Van alle leerkrachten in het basisonderwijs beschikt nog niet de helft, en van de havo- en vwo-docenten nog niet eenderde over alle vaardigheden die nodig zijn om uiteenlopende groepen leerlingen echt goed les te geven. En die capaciteiten zijn nu meer nodig dan ooit.
Dit zegt de Inspectie van Onderwijs in haar jaarverslag over 2011. De inspectie maakt in de beoordeling van leerkrachten onderscheid tussen wat zij noemt de basisvaardigheden (helder uitleggen, een taakgerichte werksfeer scheppen en leerlingen activeren) en meer complexe vaardigheden, zoals verschil kunnen aanbrengen in lesgeven aan verschillende groepen leerlingen en extra begeleiding bieden aan kinderen die dat nodig hebben. (...)
De noodzaak van juist die meer geavanceerde vaardigheden is sterk gegroeid nu de klassen diverser van samenstelling zijn geworden. En de komst van passend onderwijs, waarbij ook gewone scholen meer kinderen met gebreken zullen huisvesten, maakt de urgentie nog groter. Ook nu al ziet de inspectie veel te weinig maatwerk in de klassen. Meer aandacht hiervoor tijdens de opleiding en professionalisering van docenten zijn mogelijke remedies.
bron: De Volkskrant van 18 april 2011
Walter Dreschler, voorzitter Algemene Onderwijsbond (AOb) wond zich nogal op over het onderzoek van de inspectie. Hij noemde de "conclusies veel te kort door de bocht" en nam het de inspectie kwalijk dat zij zich niet waagde aan een diepere wetenschappelijke analyse. Lief van die man dat hij zich zo druk maakt, maar ik vind zijn reactie wat primitief, te weinig doordacht.
Waarom ik dat vind?
Als leerkracht in het basisonderwijs ben ik ooit opgeleid om leerlingen te leren lezen en schrijven, om ze te leren delen en vermenigvuldigen, om ze uit te leggen dat melk uit een koe komt en niet uit een pak in de supermarkt, waar het oosten is of wanneer de Romeinen leefden, en zo is er nog wel wat nuttige kennis die ik leerlingen kan bijbrengen. Ik kan met ze zingen en tekenen, ik kan ze redelijk risicoloos een potje trefbal laten spelen of een knotsje laten zwaaien, ik kan zelfs een kringgesprek met ze voeren. In alle bescheidenheid durf ik te beweren dat ik dingen redelijk helder kan uitleggen, en dat ik genoeg orde kan houden om mezelf en mijn leerlingen met plezier en in een ontspannen sfeer te laten werken, zodat zij na een aantal jaren moeiteloos kunnen doorstromen naar een passende vervolgopleiding. Daar heb ik namelijk voor geleerd, indertijd.
Onze geniale minister van onderwijs (fine artist's impression - S. Woldhek) |
Maar daar heb ik nooit voor geleerd, indertijd.
Alleen heb ik daar nooit voor geleerd, indertijd. Dit rapport van de inspectie bevestigt dat. De inspectie concludeert dus eigenlijk dat het helemaal niet kan, wat onze geniale minister wil, en met die conclusie ben ik heel content. Voor dit soort dingen zijn wij niet opgeleid. Wij zijn geen oppassers die aanstaande draaideurcrimineeltjes in het gareel kunnen houden en tegelijkertijd het zogenaamd hoogbegaafde kroost van Henk en Ingrid kunnen leren spellen. Wij zijn geen Moeder de Gans, die je zomaar op een nest rotte eieren kunt schuiven, om vervolgens op hoge toon te eisen dat ze de bedorven kuikens grootbrengt.
De inspectie erkent dat wel, meneer Drechsler kennelijk niet.
Jammer.
Anna van Mijnkoor,
leerkracht groep 7/8 in Sas
Geen opmerkingen :
Een reactie posten